Deze pagina is bedoeld voor mensen die nog maar net zijn overgestapt naar Linux. Ik leg hier de belangrijkste eigenschappen van bestanden en mappen uit. De pagina is zeker niet bedoeld om helemaal compleet te zijn. Zaken als, rechten, soft en hard links, inodes en dergelijke worden met opzet niet besproken. Dat kan later nog wel een keer uitgelegd worden.
Je kunt door de mappen op je computer bladeren met de bestandsverkenner, vanaf nu "de verkenner" genoemd. Deze verkenner kan verschillende namen hebben, zoals Nautilus, Nemo, Thunar, Dolphin, of wat nog meer. Meestal herken je het programma aan het icoontje van een open folder, zoals 📂 of 📁.
Een groot verschil met Windows is dat er in Linux maar één drive is. Deze heeft geen letter, maar draagt de naam root, wat Engels is voor wortel. De mappen zitten als takken vast aan die wortel. Je krijgt op die manier een boomstructuur. Eigenlijk hetzelfde als bij een enkele drive in Windows.
De belangrijkste map, voor jou als gebruiker, is de map /home, ofwel je thuis map. De map /home bevat doorgaans nog één map, die de naam van de hoofdgebruiker heeft. Bijvoorbeeld /home/jan. In deze map komen al je bestanden, zoals documenten, foto's en video's. Het is ook bijna de enige map waarin je alle rechten hebt. Dat wil zeggen dat je met de bestanden mag doen wat je wil.
Er zijn nog meer mappen in het systeem. Maar daar heb je, vooral als nieuwe gebruiker nog niet veel mee te maken. Daarom laat ik het hier even bij.
O ja, als Linux maar een drive kent, hoe kom je dan bij je USB drive, of externe harde schijf?
In Linux wordt zo'n externe schijf geprojecteerd op een lege map, ergens in de bestaande boomstructuur van je bestandssysteem.
Die plek is standaard in de map /media/jan, tenminste als jouw gebruikersnaam jan is.
Dat projecteren noemen we in het vakjargon mounten.
Gelukkig gaat dat mounten van verwisselbare schijven tegenwoordig automatisch.
Nu nog even een paar, min of meer belangrijke details over bestandsnamen onder Linux. Deze informatie geldt overigens ook voor de namen van mappen.
Om te beginnen is het je misschien opgevallen dat de scheiding tussen mappen en bestanden in Linux het / teken is. Onder Windows was dat origineel het \ teken. Je bent misschien al gewend om met het / scheidingsteken te werken in de URL balk van je webbrowser. Dat komt eigenlijk omdat zowat alle webservers in de wereld onder Linux draaien.
In tegenstelling tot Windows zijn bestandsnamen in Linux hoofdlettergevoelig.
Dat wil zeggen dat er verschil is tussen hoofdletters en kleine letters.
Zo kunnen in één map bestanden met de naam Voorbeeld en voorbeeld staan.
Het zijn twee verschillende bestanden.
Je doet er verstandig aan om dit soort combinaties van namen te vermijden.
Linux heeft er geen moeite mee.
Maar in het gunstigste geval kan het verwarrend voor jezelf zijn.
In het ongunstigste geval kan het tot conflicten leiden wanneer je die bestanden naar een externe schijf gaat kopiëren.
De meeste externe schijven zijn namelijk voor Windows geformatteerd, waardoor bestandsnamen daar wel hoofdletter ongevoelig zijn.
Vermijd rare tekens in bestandsnamen. Linux heeft doorgaans geen problemen met rare tekens. Maar het kan verwarring veroorzaken. Een bestandsnaam mag bijvoorbeeld de tekens *, /, of " bevatten. Verstandig is het niet.
Linux is niet kieskeurig wat bestand extensies betreft.
Het maakt voor Linux niet uit of je fotobestand eindigt in .jpg, .JPG, .jpeg, of .weetikveel.
Je mag de extensie zelfs helemaal weglaten.
Het is alleen voor jou handig om de standaard extensies te gebruiken.
Zo kun je in een oogopslag zien wat voor bestand het is.
Linux zelf kijkt in het bestand om te zien wat voor bestand het is en dus welke toepassing het moet starten om het bestand te kunnen openen.
Linux kent ook verborgen bestanden.
Elk bestand, of map, waarvan de naam begint met een punt wordt standaard niet getoond in de verkenner.
Je kunt in de meeste verkenners de verborgen bestanden zichtbaar maken door Ctrl-H te typen.
De H is hier van het Engelse woord "hidden", wat verborgen betekent.
Als je nogmaals Ctrl-H typt, worden alle bestanden en mappen die beginnen met een punt weer verborgen.
In Windows zijn bestanden met de extensie .exe, .bat, of .com automatisch uitvoerbaar.
Als je daar een bestand downloadt met de naam virus.pdf.exe, dan is dat bestand meteen uitvoerbaar.
Daarom kan ik er met mijn verstand niet bij dat onder Windows standaard het tonen van bestand extensies uit staat.
Je ziet daarom dan alleen de naam virus.pdf.
Levensgevaarlijk!
In Linux zijn gedownloade bestanden nooit direct uitvoerbaar, ongeacht welke extensie ze hebben.
Je moet zelf het bestand uitvoerbaar maken door het executable vlaggetje voor dat bestand aan te zetten.
Zo, nu ken je alle belangrijke verschillen van bestanden en mappen tussen Linux en Windows. Linux kan moeiteloos je Windows bestanden lezen. Dat kan handig zijn bij een computer waar Windows en Linux tegelijk op geïnstalleerd zijn. Andersom kun je het wel schudden. Windows kan geen Linux bestanden lezen.
Overigens wordt tegenwoordig de Windows partitie standaard versleuteld met bitwarden. Hierdoor kan Linux de Windows partitie niet meer lezen. Dus als je Windows gecrasht is, kan Linux niet meer gebruikt worden om je bestanden te redden. Je moet dus voortaan zelf voor backups zorgen! Liefst voordat je Windows machine crasht!